De Islam

WAT IS DE ISLAM?

Het woord ‘Islam’ is een Arabisch woord dat betekent ‘het onderwerpen en overgeven van je wil aan de Almachtige God’.

Het woord komt van dezelfde stam als het Arabische woord ‘salaam’, wat vrede betekent.

In tegenstelling tot de namen gebruikt voor andere religies, zoals boeddhisme, hindoeïsme, jodendom en christendom, is de naam voor de religie Islam geopenbaard door Allah (de Almachtige God) en draagt deze een diepe spirituele betekenis; slechts door het onderwerpen van iemands wil aan Allah kan iemand ware vrede verwerven zowel in dit leven als in het leven hierna.

De Islam onderwijst dat alle religies oorspronkelijk dezelfde essentiële boodschap hadden – hetgeen inhield om het gehele hart te onderwerpen aan de Wil van Allah en om Hem en Hem alleen te aanbidden.

Om deze reden is de Islam geen nieuwe religie, maar het is dezelfde Goddelijk geopenbaarde ultieme waarheid die Allah aan alle Profeten heeft geopenbaard, waaronder Noach, Abraham, Mozes en Jezus (vrede zij met hen).

 

 

EEN BEKNOPTE UITLEG VAN DE GELOOFSGETUIGENIS VAN DE MOSLIMS

Het geloof van een moslim is samengevat in de geloofsgetuigenis die luidt:

‘Laa ilaaha illal laah, Mohammedoen Rasoeloel laah.’

De betekenis hiervan is: “Er is niets dat het recht heeft aanbeden te worden behalve Allah en Mohammed is Zijn Boodschapper” en het bevat een ontkenning en een bevestiging. De ontkenning is die van dat er iets het recht heeft om aanbeden te worden en de bevestiging is het recht op aanbidding voor Allah alleen.

Moslims geloven dat het niet anders kan dat dit universum een Schepper heeft. Het is moeilijk voor iemands gezond verstand om te bevatten dat het universum met alle orde en regulatie erin, een product van louter toeval is.

Eén van de geleerden van de Islam, bekend als Aboe Haniefah (o. 150 H.) debatteerde eens met enkele atheïsten. Hij vroeg hun: ‘Wat zou je zeggen over iemand die je vertelt dat hij een geladen schip zag, zonder een kapitein en bemanning, temidden van een stevige storm, maar zeilend richting een veilige haven [en zodoende zichzelf reddend]? Accepteren jullie dit met jullie verstand?’ Zij zeiden: ‘Onze logica kan dit niet accepteren.’ Aboe Haniefah antwoordde toen: ‘Als jullie logica het verhaal over een schip zonder een bemanning niet kan accepteren, hoe accepteren jullie dan dat een compleet universum kan bestaan, met alle variërende toestanden en complexe natuur erin, dat zonder een Schepper is Die in volledig bestuur ervan staat?!’ Dus waren de atheïsten sprakeloos en gingen over tot het geloof in Allah.

Allah zegt in de Koran:

‘Voorwaar, in de schepping van de hemelen en de aarde en de afwisseling van de dag en de nacht en de schepen die over de zee varen met wat de mensen voordeel geeft en het water dat Allah uit de hemel laat neerdalen waarmee Hij de aarde tot leven brengt na haar dood en dat Hij daarop allerlei dieren verspreidde en de besturing van de winden en de wolken die tussen de hemel en de aarde dienstbaar zijn gemaakt, zijn zeker Tekenen voor een volk dat verstand heeft.’
[Koran 2:164]

Zodoende geloven de moslims in het bestaan van Allah, dat hij de Schepper van het universum is (al is dit niet de eigenlijke essentie of het onderwerp van de betekenis van de geloofsgetuigenis). Hieruit volgt dus, dat de moslims aannemen dat het universum en alles erin een duidelijk doel heeft. Zoals Allah zegt:

‘En Ik heb de djinns (geesten) en de mensen enkel geschapen om Mij te aanbidden.’
[Koran 51:56]

In deze ene korte zin heeft Allah duidelijk het doel van haar bestaan aan de mensheid uitgelegd; iets waar filosofen, wetenschappers en intellectuelen gedurende het bestaan van de mensheid nooit in staat zijn geweest een overtuigend en unaniem antwoord op te geven. Aanbidding is hier een allesomvattende term die elk aspect van het leven omvat, of het nu gerelateerd is aan iemands persoonlijke leven of aan de anderen.

Het is ook mogelijk dat er andere ‘goden’ bestaan, want de definitie van een ‘god’ in de Islam is iets dat wordt vereerd of aanbeden wordt, of waaraan gehoorzaamheid wordt geschonken, of wat het centrum van iemands emoties is – zoals liefde, vrees, hoop, steun, vertrouwen, enz. Daarom kunnen vele dingen ‘goden’ worden en door mensen tot ‘god’ worden gemaakt. Tot zulke dingen behoren geld, status, macht, leiders, ouders, idolen, muziek, popsterren, drugs en andere geschapen dingen. Mensen maken van deze dingen ‘goden’, omdat zij denken dat deze dingen hun kunnen geven wat zij willen, dat zij ware bevrediging in deze dingen kunnen vinden en ook eer en macht. Wanneer zij dus eenmaal besloten hebben dat hun doel in het leven geld, drugs, status, macht of autoriteit is – hebben zij daarvan hun eigen ‘god’ gemaakt. Dat wil zeggen dat zij geloven dat datgene hen kan voorzien met bevrediging en vrijheid van vrees. Alle daden die zij verrichten om deze dingen te verkrijgen of die ertoe zullen leiden, is hun vorm van ‘aanbidding’ van deze ‘goden’. Allah heeft gezegd:

‘En zij hebben goden (voor aanbidding) naast Allah genomen, opdat zij voor hen een medestander zijn.’
[Koran 19:81]

 Dit is waarom Allah de aanbidding van andere dingen heeft verboden, omdat daarin de grootste vernedering en overheersing is: de onderwerping aan en aanbidding van de mens (of materiële zaken) door de mens. Eén van de generaals van het moslimleger in de vroegste tijden van de Islam zei toen hij een zeker gebied naderde:

‘Wij zijn gekomen om wie Allah wil van onder Zijn dienaren te bevrijden van de aanbidding van mensen door mensen naar de aanbidding van de Heer van alle mensen.’

Moslims geloven dat alleen Allah – de Enige Ware God – controle heeft over leven en dood, dat alleen Hij de regen stuurt en van voedsel voorziet, dat alleen Hij mensen in nood en problemen kan redden, dat alleen Hij bestuurt en bezit wat zich op de aarde en in het universum bevindt en dat Hij het kan sturen op de manier die Hij wil. Daarom zou voor de ware bevrediging, vrede en rust, alleen Hij het object gemaakt moeten worden van iemands verlangen en begeren en tot Hem alleen zou moeten worden gericht voor de dingen die mensen nastreven en nodig hebben.

Vanuit dit perspectief kan de aanbidding van andere zaken naast Allah worden gezien als doelloos en nutteloos. Dit is waarom de aanbidding van heiligen, Profeten, Engelen, afgoden en andere geschapen, materiële dingen gezien wordt als het ergste kwaad dat een mens kan verrichten.

Allah zegt heel vaak dat wanneer mensen in nood zijn, zij diep in zich weten dat er slechts één ding is dat hen kan helpen of de schade van hen kan verwijderen; en dat is Allah. Zelfs een atheïst zal wanneer zijn leven in gevaar is en er geen andere uitweg is, in zijn hart hopen op iets dat hem kan redden. Dit ‘iets’ waarin hij hoop heeft, is eigenlijk Allah, omdat het hart een instinctief geloof in en bevestiging van een Opperschepper heeft. Dit is één van de bewijzen dat Allah bestaat. Allah legt deze realiteit vele malen uit in de Koran:

‘Hij is het Die jullie in staat stelt om over land en zee te reizen. Wanneer jullie dan in de schepen zijn en deze met hen voortvaren met een gunstige wind en zij zich daarover verheugen en er dan een stormachtige wind tot hen komt en de golven van alle kanten tot hen komen en zij ervan overtuigd zijn dat zij door hen zijn ingesloten, dan roepen zij Allah aan, Hem zuiver aanbiddend: ‘Als U ons hieruit redt, dan zullen wij zeker tot de dankbaren behoren.’ Wanneer Hij hen dan redt, handelen zij buitensporig op aarde, zonder recht…’
[Koran 10:22-23]

In tijden van uiterste noodzaak en behoefte keren de mensen dus tot het enige dat hen kan helpen en kan redden. Dit is de Ene Ware God: Allah.

Dit is de betekenis van: ‘Er is niets dat het recht heeft aanbeden te worden behalve Allah’, het eerste gedeelte van de geloofsgetuigenis van een moslim. Dat geen geschapen iets het verdient, of het recht heeft op onderwerping en aanbidding. Alleen Allah, als Schepper, Bezitter en Bestuurder van het universum, heeft hier het recht op.

Het tweede gedeelte van de geloofsgetuigenis van een moslim is: ‘Mohammed is de Boodschapper van Allah’. Moslims geloven dat Allah van tijd tot tijd Profeten stuurde om Zijn Boodschap te verspreiden – om de mensheid te informeren over het doel van haar bestaan en hoe zij dat doel moet vervullen. Zodoende stuurde Hij Abraham, Mozes, Jezus en ook Mohammed (vrede zij met hen), alsmede alle andere Profeten die door de geschiedenis zijn gestuurd. Allah zegt:

‘En voorzeker, Wij hebben aan iedere gemeenschap een Boodschapper gezonden (die zei): ‘Aanbid Allah en houd afstand van de valse goden.’
[Koran 16:36]

 Moslims geloven dat de boodschap van alle Profeten hetzelfde is, namelijk de uitnodiging naar de aanbidding van de Ene Ware God alleen en het wegblijven van de aanbidding van andere dingen naast Hem, zoals boven is uitgelegd.

De rol van de Profeten is om aan de mensheid uit te leggen hoe zij haar verplichtingen zou moeten voldoen aan haar Heer en Schepper, Allah – de Enige Ware God die zij moet aanbidden – zonder deelgenoten aan Hem toe te kennen. Iedere Profeet had een gedragslijn met zich, een voorbeeld of een ‘gedragsmodel’, wat in essentie een uitleg is van de Schrift.

Moslims geloven dat het voorbeeld van de Profeet Mohammed (vrede zij met hem), die de laatste Profeet is die door Allah naar de mensheid is gezonden, de praktische en fysieke weg is om je aanbidding van Allah uit te voeren; en daarom tevens de manier om een betekenisvol en doelrijk leven op deze aarde te leiden. Deze gedragslijn die de Soennah wordt genoemd, is alomvattend. Het omvat zaken zoals hoe te eten, hoe zich te kleden, hoe zaken te doen, hoe te bidden, hoe een gezin te onderhouden, hoe een oprecht, beschaafd en moreel persoon te zijn, hoe met andere mensen om te gaan, hoe met de natuur om te gaan, hoe een land of staat te heersen. Het omvat ieder facet van het leven. Zo kunnen we de Woorden van Allah begrijpen:

‘Hij is Degene Die naar de ongeletterden een Boodschapper uit hun midden zond, die hun Zijn Verzen voordroeg en die hen zuiverde (van ongeloof en polytheïsme) en die hun het Boek (de Koran) en de Wijsheid (de Soennah van de Profeet Mohammed, vrede zij met hem) onderwees, terwijl zij daarvoor in duidelijke dwaling verkeerden.’
[Koran 62:2]

‘Voorzeker, de Boodschapper van Allah is voor jullie een goed voorbeeld voor wie hoopt op (het ontmoeten van) Allah en de Laatste Dag en Allah veelvuldig gedenkt.’
[Koran 33:21]

Voor een moslim is de religie van de Islam zodoende een complete en perfecte manier van leven en daarom de Woorden van Allah in de Koran:

‘Vandaag heb Ik jullie religie voor jullie vervolmaakt en Mijn Gunst voor jullie vervolledigd en de Islam voor jullie als religie gekozen.’
[Koran 5:3]

Dit is wat anderhalf miljard moslims wereldwijd verbindt. Deze geloofsverklaring: ‘Laa ilaaha illal laah, Mohammedoen Rasoeloel laah’ (Er is niets dat het recht heeft aanbeden te worden behalve Allah en Mohammed is Zijn Boodschapper), die slechts bestaat uit enkele woorden die echter een allesomvattende betekenis hebben en ieder aspect in het leven van een mens raken.

Het is ook noemenswaardig dat ondanks het feit dat de geloofsgetuigenis de moslims aan elkaar verbindt, er onder de moslims mensen zijn die in de religie zaken hebben geïnnoveerd die er niet toe behoren. Op die manier hebben zij zich afgescheiden van de voornaamste groep moslims, in hun overtuigingen, uitspraken en daden. Dit betekent niet dat zij uit de Islam worden verbannen, maar zij zijn in mindere of meerdere mate afgedwaald. Vandaar het bestaan van groeperingen in de Islam.

Echter, omdat de Islam de laatst geopenbaarde manier van leven voor alle tijden is en omdat de Koran en de bewaarde uitleg ervan door de Profeet (vrede zij met hem) altijd bekend zullen blijven, zal de pure Islam altijd blijven bestaan en altijd toegankelijk zijn.