In de Qur’aan verklaart Allah aan niemand oorlog behalve aan de mensen die handelen in riba (interpretatie van de betekenis): “O jullie die geloven, vreest Allah en geeft op wat er van (het vragen) van rente overblijft, als jullie gelovigen zijn. En wanneer jullie (dit) niet doen: weest dan op de hoogte van de oorlog van Allah en Zijn Boodschapper.” [1].

Dit is genoeg om de afschuw van deze daad in de “ogen” van Allah, moge Hij worden verheerlijkt, uit te leggen.

Men kan makkelijk de omvang van verwoesting waarnemen, op individueel en internationaal niveau, veroorzaakt door zich in te laten met riba – zoals faillissement, economische stagnatie, het onvermogen lonen uit te betalen, hoge werkloosheid, instorting van veel bedrijven en instituties, etc. Dagelijkse arbeid zijn een eeuwigdurende strijd geworden om interest op leningen af te betalen en maatschappijen zijn klassenstructuren geworden waarin grote rijkdom in handen is van weinigen.

Iedereen die iets te maken heeft met riba, of hij nu één van de belangrijkste betrokken partijen is, een tussenpersoon of hulpmiddel is, is vervloekt door Mohammed . Jaabir (moge Allah tevreden zijn met hem) verhaalde dat de Boodschapper van Allah degene “die riba gebruikt, degene die het aan anderen geeft, degene die het opschrijft en degene die het getuigt, is vervloekt.” Hij zei: “Zij zijn allen hetzelfde.” [2].

Hierop gebaseerd, is het niet toegestaan werk te doen dat het schrijven van op interest gebaseerde contracten en voorwaarden inhoudt, riba te betalen of te ontvangen, het te storten of het te bewaken. Algemeen gesproken, is het haraam direct of indirect betrokken te zijn bij riba op enige manier of vorm dan ook.

De Profeet hield ervan de schandelijkheid van deze grote zonde uit te leggen. ‘Abdullaah ibn Mas’ood (moge Allah tevreden zijn met hem) verhaalde dat de Profeet heeft gezegd: “Er zijn drieënzeventig soorten riba, de minst ernstige daarvan is zo weerzinwekkend als een man die seksuele gemeenschap heeft met zijn eigen moeder en de ergste daarvan is de eer en heiligheid van een Moslim schenden.” [3]. ‘Abdullah ibn Hanzalah (moge Allah tevreden zijn met hem en zijn vader) verhaalde dat de Profeet heeft gezegd: “Bewust een dirham riba verbruiken is erger voor een man dan zesendertig keer overspel te plegen.” [4]. Het verbod op riba geldt niet alleen voor handel tussen rijk en arm, zoals sommige mensen denken; het is een algemeen verbod dat van toepassing is op elke persoon en elke situatie. Hoeveel rijke mensen en grote zakenlui zijn failliet geworden vanwege riba! De minste schade die riba aanbrengt, is de zegen (barakah) van het geld vernietigen, zelfs als iemands rijkdom groot is. De Profeet heeft gezegd: “Zelfs als riba veel is, zal het eindigen in een klein bedrag.”[5] . Dit verwijst niet naar het feit of de ratio van interest hoog is of laag; alle riba is haraam, en degene die hierin handelt, zal op de Dag der Opstanding opstaan als degene die geslagen door de Shaytaan staat, wat is geresulteerd in krankzinnigheid en epilepsie.

Ondanks de grootheid van deze zonde heeft Allah ons verteld hiervoor berouw te tonen en heeft ons uitgelegd hoe. Allah zegt tegen degenen die in riba handelt (interpretatie van de betekenis): “… Maar als jullie berouwvol zijn: dan blijft jullie oorspronkelijke bezit voor jullie. Jullie plegen (dan) geen onrechtvaardigheid en jullie worden niet onrechtvaardig behandeld.” [6]. Dit is wezenlijke rechtvaardigheid.

De gelovige moet deze grote zonde verachten en haar afschuw voelen, zelfs als hij zijn geld op interest gebaseerde rekeningen doet, omdat hij geen andere keuze heeft en bang is dat hij zijn geld kwijt zal raken of gestolen zal worden. Hij zou moeten voelen dat hij door noodzaak wordt gedwongen dit te doen, zoals iemand die dood vlees eet, of erger. Tegelijkertijd zou hij de vergiffenis van Allah moeten zoeken en te proberen een alternatief te vinden. Hij is niet toegestaan de bank te vragen naar interest, en als de bank het op zijn rekening stort, moet hij er vanaf raken op welke toegestane manier dan ook. Dit geld kan niet worden gerekend als sadaqah (liefdadigheid), omdat Allah zuiver is en alleen datgene wat zuiver is, aanvaardt. Hij kan geen voordeel hebben van dit geld door het te gebruiken om eten, drinken, kleding, vervoer of huisvesting te kopen, of te gebruiken om zakaat of belastingen te betalen, of om zichzelf te verdedigen in ineen rechtszaak. Hij zou er gewoon vanaf moeten geraken uit vrees voor de toorn van Allah.

[1] Soerat al-Baqarah ayah 278-279
[2] overgeleverd door Muslim, 3/1219
[3]overgeleverd door al-Haakim in al-Mustadrak, 2/37); zie ook Saheeh al-Jaami’, 3533
[4] overgeleverd door Imaam Ahmad, 5/225; zie ook Saheeh al-Jamaa’, 3375
[5] overgeleverd door al-Haakim, 2/37; zie ook Saheeh al-Jaami’, 3542
[6] Soerat al-Baqarah ayah 279